Handleiding groepjes van twee tellen invoeren met vier letters: D F J K

Per keer maak je een blokje van twee tellen. De kleinste lengte die je bij dit programma noteert is halve tel (achtste).  Het programma noteert zowel rusten als noten.

Voorbeeld

Maatsoort

Op een regel passen in dit programma twee blokjes van twee tellen. Samen vormen deze twee blokjes een 4/4 maat.

Starten

Je start het programma door op de groene vlag te klikken of door op E te drukken.

Letters invoeren + enter

Bij dit programma voer je eerst letters in. Daarbij kies je uit de letters DFJK. Vervolgens druk je op enter.

Waarom DFJK en niet ABCD

Bij de F en de J voel je met je wijsvinger een opstaand ribbeltje. Daardoor kun je zonder te kijken een ritme invoeren.

Als je kijkt naar de bovenstaande afbeelding, kun je deze met enige oefening de hele legenda klappen terwijl je daarbij de letter djfk uitspreekt.

N.b. Elk blokje heeft een lengte van twee tellen jij bepaalt op welke manier die twee tellen zijn opgebouwd. Opgeteld is de lengte van een blokje altijd twee tellen.

DFJK (nr 1 van de legenda): 1/8noot  + 1/8noot + 1/8noot + 1/8noot  = 2
FJK (nr 2 van de legenda) : 1/8rust  + 1/8noot + 1/8noot + 1/8noot  = 2
FJ (nr 9 van de legenda: 1/8rust +1/8noot + 1/4noot = 2
DJ (nr 10 van de legenda): 1/4noot + 1/4noot = 2

Vaste plek voor letter/noot

Elke van de vier letters DFJK hoort bij een specifieke achtste noot binnen een groep van twee tellen.

  1. De D hoort bij de 1e noot van de vier
  2. De F hoort bij de 2e noot van de vier
  3. De J hoort bij de 3e noot van de vier
  4. De K hoort bij de 4e noot van de vier

Manier van noteren van een rust bij dit programma

Als je alleen een J indrukt en daarna op enter, zijn de eerste twee letters die je niet hebt ingedrukt DF samen een rust van één tel. Letters die je bij het invoeren van een blokje van twee tellen aan het begin weglaat, zie je terug als rust:

Manier van noteren van de lengte van een noot bij dit programma

Als je alleen de J indrukt en daarna op enter, dan zie je dat de K die je aan het einde van een blokje van twee tellen niet hebt ingedrukt samen met de J een noot is geworden van één tel (zie afbeelding hierboven). De letter (s) die je aan het einde van een blokje van twee tellen weglaat telt (tellen) op bij de lengte van de letter die je daarvoor indrukte.

Invoeren beëindigen

Als je klaar bent met invoeren van een ritme, druk je eerst op spatie en dan op enter. Dan verdwijnt deze afbeelding

Uitvoeren van het ritme

Je kunt elk ritme staccato uitvoeren (alle tonen kort)  of legato (de noten door laten klinken en aan elkaar verbinden).

N.B. De noten zijn hier genoteerd als kruisjes. Dat is bij het noteren van ritmes gebruikelijk. Je geeft ermee aan dat er geen toonhoogte is. Een uitzondering is gemaakt bij de noot van twee tellen. Deze aanduiding met een noot van twee tellen zou anders lijken op nummer tien van de legenda, een onvolledige blokje van twee tellen met slechts de eerste een kwart.

Knikkerplank om een ritme inzichtelijk te maken.

Maak voor je leerlingen een plank die één maat voorstelt. Met als kleinste lengte 1/8  zijn er in een 4/4 maat acht posities in de maat

Maak in het midden een streep die de maat verdeelt in twee gelijke delen. Bij elk van de twee delen maak je op regelmatige afstanden vier kuiltjes waar je knikkers plaatst. Bij de acht kuiltjes schrijf je de letters: D F J K    D F J K.

Vervolgens vraag je een leerling een aantal knikkers weg te halen b.v.:

Voorbeeld hoketus (om de beurt spelen)

met het weghalen ontstaan direct twee ritmes  die zich met dit programma eenvoudig laten noteren:

  1. Het ritme waar de knikkers liggen  (afbeelding bovenste regel)
  2. Het ritme waar geen knikkers liggen (afbeelding onderste regel)