Opzet workshop Prins Claus Conservatorium

Bij deze workshop voegt iedereen expertise toe en draagt iedereen actief bij aan een muzikale ontmoeting.

In dit nieuwsbericht op deze site staat een samenvatting van de werkvorm én een toelichting waarom voor deze werkvorm is gekozen.

Een verzoek aan de studenten van de opleiding Docent Muziek: Willen jullie deze informatie doornemen voorafgaande aan de workshop? Voor een goed verloop van de workshop bestudeer je een van de 4 opdrachten uit 5.1 t/m 5.4. Alvast bedankt en veel plezier tijdens de voorbereiding en tijdens de workshop.

jaar 2+4: 930-11:30
jaar 1+3: 12:30-14:30
Vooropleidingstudenten + docenten verdelen over de groepen.

Inhoud

  1. Achtergrond Johan ’t Hart en de connectie met het Prins Claus Conservatorium
    1.1   Verschillende vormen van expertise
  2. Plenaire gedeelte
    2.1 Eerste improvisatie met de hele groep
    2.2 Tweede improvisatie met de hele groep
    2.3 Derde improvisatie met de hele groep
    2.4 Voordat we splitsen in twee groepen
  3. De groep splitst zich en gaat naar twee verschillende ruimtes
    3.1  Opstelling en activiteiten eerste half uur
    3.2  Opstelling en activiteiten tweede half uur
    3.3  Laatste kwartier presentatie + video
  4. Afsluitende plenaire gedeelte
  5. Opdrachten per groep
    5.1  Info voor studenten die Moods kiezen
    5.2  Info voor studenten die Gebaren kiezen
    5.3  Info voor studenten die in de  Band spelen
    5.4  Info voor studenten die met Samples gaan werken

1 Achtergrond Johan ’t Hart en de connectie met het Prins Claus Conservatorium

Ter voorbereiding van de workshop vroeg Kees van der Meer aan  Johan ’t Hart een persoonlijk verhaal te schrijven.

In de zevenendertig jaar dat ik muziekles gaf aan alle leerlingen van de onderbouw van het Pieter Nieuwland College in Amsterdam en in de jaren daarna waarbij ik een eigen bedrijf vormgeef, heb ik altijd mogelijkheden aangegrepen om mijzelf te ontwikkelen (met hulp van experts) om op die manier mijn idealen te verwezenlijken. In de jaren dat ik muziekles gaf nam het aantal voorstellingen dat ik met leerlingen gaf toe en het muzieklokaal verhuisde drie keer. Bij de laatste verhuizing kwam het muzieklokaal naast een prachtige theaterzaal.

In 2015 las ik een artikel van Evert Bisschop-Boele over Idiocultureel onderwijs (Bij dit type onderwijs sluit je als docent aan bij de oorspronkelijke muzikale interesse van een leerling). Ik had het gevoel dat mijn lespraktijk bij Idiocultureel onderwijs aansloot. Daarom schreef ik Evert een mail. De reactie van Evert was dat hij een onderzoek liet uitvoeren door Kees van der Meer, jullie opleider, naar de manier waarop ik muziekles gaf.

Verslag van dit onderzoek

N.B. Ik noem Idiocultureel onderwijs ‘leerlinggestuurd onderwijs’.

In 2007 heb ik met anderen de Stichting Rapucation opgericht. www.rapucation.eu

Deze stichting organiseerde projecten op 16 middelbare scholen en twee basisscholen. Ook dat was een zoektocht. Elke school was anders. Die projecten hadden zowel een muzikale als een didactische kant. Op dit moment zijn beide aspecten afzonderlijk terug te vinden bij twee websites. Beide websites zijn initiatieven van de Stichting Rapucation.

  • Een website voor actief muziekmaken:

www.conductorsband.com

  • Een website met didactische adviezen over klassenmanagement en hoe je goed kunt werken met je leerlingen:

www.vriendelijkordehouden.nl

Bij de workshop in Groningen staat muziek centraal. Omdat er voor het  geven van muziekles ook didactiek nodig is, zal die didactiek vanzelf ter sprake komen. Deze workshop is nieuw en speciaal voor jullie gemaakt. Zo maak ik jullie deel van mijn zoektocht.

1.1 Verschillende vormen van expertise

Nu volgt een opsomming van expertises waarmee ik (met hulp van experts) in aanraking ben gekomen en die mij op dit moment helpen mijn idealen vorm te geven.

Ik verdeel deze vormen van expertise in twee groepen. De eerste groep hangt samen met mijn expertises rondom muziek en muziek maken.

Pianist, Accordeonist, Melodicaspeler, Gitarist, Percussionist,
Drummer, DJ, Begeleider, Solist, Componist, dirigent, Arrangeur, Maker van bladmuziek, Entertainer, Circusartiest.

De tweede verzameling expertises hangt samen met het vormgeven van mijn ideeën en deze ideeën vervolgens een plek in de wereld te geven. 
Sitebouwer, secretaris van de Stichting Rapucation, bedenker en coach van Vriendelijk orde houden, bedenker en lid van de Conductors Band, maker van een muziekmethode , blogger, bruggenbouwer, ondernemer.

Al deze expertises bij elkaar stellen mij in staat deze workshop te geven. Sinds kort is aan deze lijst een nieuw element toegevoegd: Programmeur van Scratch-programma’s. Het voordeel van programmeren is dat je je eigen ideeën vormgeeft en presenteert als programma. Scratch-programma’s zijn open source. Dat betekent dat jullie deze programma’s kunnen kopiëren en er een eigen draai aan kunnen geven. Bij deze link meer informatie over de twee Scratch-programma’s die wij tijdens de workshop gebruiken. Je treft daar ook tutorials aan waarmee je de programma’s naar eigen smaak aanpast.

De workshop is in mijn ogen geslaagd als iedereen expertise toevoegt en actief bijdraagt aan een muzikale ontmoeting.

2 Plenaire gedeelte

We komen samen in een grote zaal. Kees introduceert Johan. Johan ’t Hart stelt zich voor en vertelt wat hij dit jaar voor de studenten van de opleiding docent muziek kan betekenen.

Over het programma: Aan het einde van dit plenaire gedeelte gaan we uiteen in twee groepen. Binnen een groep neemt iedereen één van deze vier rollen. We vragen je dan te kiezen voor één van deze vier opties:
Moods – 2 of 3 spelers
Samples – 2 of 3 spelers
Gebaren – 2 of 3 spelers
Band – 2 of 3 spelers

2.1 Eerste improvisatie met de hele groep

Ter kennismaking maken we met de hele groep een improvisatie. Daarbij vragen we een van de aanwezige studenten steeds een andere afbeeldingen met een Mood te tonen (zie voor uitleg over moods 5.1 en afbeelding 1). De overige aanwezigen reageren met bodypercussie op de afbeeldingen staan en kunnen daarmee direct gevarieerd improviseren.

afbeelding 1 – vier afbeeldingen van moods met percussie-aanwijzingen

Het tonen van steeds een ander afbeelding van een mood hoort bij opdracht 5.1 van de moods-groep (Zie punt 5.1 hieronder). Een verschil is dat bij het plenaire gedeelte een student de afbeeldingen voor zich houdt en zo laat zien met welke stemming hij of zij wil starten terwijl je tijdens de workshop op een afbeelding gaat staan om aan te geven dat je van stemming wilt wisselen.

2.2 Tweede improvisatie met de hele groep

We combineren bodypercussie met Moods. We vragen nu een andere student zowel de afbeeldingen te tonen als ook de betreffende Mood in het Scratch-programma aan te klikken. Johan speelt daarbij op een accordeon.

Afbeelding 2 – link naar 4Moods-Blues-16Eb-By the waters of Babylon (Scratch)

Zie voor uitleg over de manier van spelen bij Moods punt 5.3 hieronder.

2.3 Derde improvisatie met de hele groep

Ter voorbereiding van de derde improvisatie demonstreert Johan een aantal gebaren:

afbeelding 3

Meer informatie over gebaren, zie punt 5.2.

Ook demonstreert hij het Scratch-programma ‘De Paddenstoel’ waarbij cijfers en letters op een toetsenbord zijn verbonden met samples.

Als je klikt op deze afbeelding opent zich het scatchprogramma ‘Paddenstoel’.

Meer informatie over samples: zie 5.4

Dan improviseren we nogmaals met daarbij een aantal vrijwilligers:
Iemand speelt met de samples op een iPad
Iemand speelt percussie
Iemand verandert de moods op de centrale computer (klik op onderstaande afbeelding)
Iemand geeft met gebaren aan wie wel of niet speelt.
Johan hoepelt en speelt melodica.
Let op: Als de hoepel op de grond valt stoppen we allemaal. Degene die de Moods bedient op de computer, drukt dan in het Scratch-programma op de rode knop.

Als je klikt op deze afbeelding opent een Sratchprogramma: 4Moods-Blues-24B-Summertime

2.4 Voordat we splitsen in twee groepen

Essentie van deze workshop: Een muziekles begint met samenwerking. Zonder samenwerking komt het vak muziek niet tot zijn recht.

Verzoek aan de studenten
Wil je tijdens de workshop jezelf deze vraag stellen: Welke elementen van deze workshop kan ik gebruiken voor muzieklessen die ik ga geven?

We verdelen de groep over twee ruimtes. Iedere student sluit zich aan bij één van de vier functies: Moods, Gebaren, Samples en Band.

3 De groep splitst zich en gaat naar twee verschillende ruimtes

Per ruimte zijn er vier functies die samen een goed beeld geven van de mogelijkheden van de Conductors Band: Moods – Gebaren – Band – Samples.

3.1 Opstelling en activiteiten eerste half uur

In het eerste half uur is er niet één dirigent, maar geven studenten van de moods-groep en de gebaren-groep per keer één aanwijzing en gaan daarna weer zitten.

Afbeelding 4 – opstelling eerste half uur workshop

In het eerste halfuur komen aanwijzingen van twee kanten:

  1. Een aanwijzing kan komen van de moods-groep. Hij of zij beïnvloedt de muziek door te gaan staan op een van de vier afbeeldingen met moods (Zie afbeelding 4 hierboven). Na een aanwijzing ga je weer zitten en speel je weer mee.
  2. Een aanwijzing kan komen van de gebarengroep. (in de cirkel in het midden van de groep)  Hij of zij bepaalt wie wanneer speelt met behulp van gebaren. Na een aanwijzing ga je weer zitten en speel je weer mee.

Het is mogelijk dat er één, twee of geen persoon in het midden staat. Bij twee personen, graag de aanwijzingen na elkaar geven.

3.2 Opstelling en activiteiten tweede half uur

Afbeelding 5 – Opstelling tweede half uur

Nu dirigeert één persoon gedurende een paar minuten (Ook de Samplegroep en de bandgroep krijgen de kans te dirigeren).  In de cirkel geef je aanwijzingen met gebaren. Zo bepaal je wie wanneer speelt. Door op een afbeelding te gaan staan, vraag je de groep te gaan spelen in de door jouw gekozen mood. Na ongeveer drie minuten geef je het einde aan met het gebaar ‘stoppen’.

Afbeelding 6 -Sturen met moods en gebaren.

3.3 Laatste kwartier presentatie + video

In het laatste kwartier geven jullie een presentatie die Kees en Johan vastleggen op video. Voordat we overgaan tot publiceren van het beeldmateriaal krijgen jullie eerst de montage te zien. Pas na jullie toestemming volgt publicatie op de site van de Conductors band.

Zie een eerdere video van studenten van de opleiding Docent muziek in Groningen op deze pagina:  https://www.conductorsband.com/inspiratie/

Onderaan de pagina ‘inspiratie’ staat een film waarbij studenten van de Opleiding docent muziek de ‘motor’ laten zien.

https://vimeo.com/391533273

4 Afsluitende plenaire gedeelte

We gaan terug naar de ruimte waar we begonnen. Iedereen beantwoordt met zijn of haar telefoon vragen van het programma Mentimeter. Daarvoor ga je naar www.menti.com en vul je daar de code in die zichtbaar is op de beamer. Je ziet elkaars antwoorden en daarover gaan we met elkaar in gesprek.

1 Wat viel je op aan deze workshop?

2 Wat is voor jou de betekenis van deze workshop?

3 Heb je op- of aanmerkingen of tips?

Hoe bruikbaar zijn de verschillende elementen van deze workshop voor muzieklessen die je gaat geven? (1 is niet waardvol – 5 is waardevol)

4 Hoe bruikbaar zijn moods/Scratch?

1 2 3 4 5

5 Hoe bruikbaar zijn de gebaren?

1 2 3 4 5

6 Hoe bruikbaar is de Blues?

1 2 3 4 5

7 Hoe bruikbaar zijn samples/Scratch?

1 2 3 4 5

8 Hoe bruikbaar is improviseren?

1 2 3 4 5

9 Hoe bruikbaar is het om meerdere opdrachten aan te bieden die aansluiten bij verschillende interesses?

1 2 3 4 5

10 Hoe bruikbaar is Vriendelijk orde houden?

1 2 3 4 5

5 Opdrachten per groep

Als je als docent meerdere opdrachten aanbiedt, geef je je leerlingen de kans een opdracht te kiezen die aansluit bij hun expertises en die aansluit bij hun voorkeur. Meer informatie over het ontwikkelen van expertises vind je bij dit onderwerp van Vriendelijk orde houden: Leerlinggestuurd onderwijs. Als je die expertises in goede harmonie samenvoegt  dan heb je daarmee een belangrijk didactisch middel in handen. Informatie over hoe je leerlingen laat samenwerken vind je bij het onderwerp van Vriendelijk orde houden: Geef leerlingen invloed

Nu volgen vier opdrachten ter voorbereiding van de workshop. Door deze opdrachten te combineren, geven we aandacht aan een groot aantal muzikale middelen. (b.v. tempo, ritme, stemming, stijl, dirigeren, vorm.)

5.1 Opdracht voor studenten die Moods kiezen

afbeelding 1 – vier afbeeldingen van moods met percussie-aanwijzingen

Bij deze opdracht verander je de stemming van de muziek door op afbeeldingen met moods te gaan staan.

Voorbereiding:
Neem je een laptop/of telefoon mee die je met bluetooth aansluit op een versterker. Vraag aan de band één van de onderstaande drie nummers uit te zoeken. Als ze dat hebben doorgegeven klik je bij de kolom  waar boven staat:
‘Link naar Scratch-programma met de moods en de metronoom’

op de bijbehorende link naar de Scratchpagina. Daar kun je kiezen uit het afspelen van een van de vier moods of een bijpassende metronoom.

Als een van jullie groep gaat staan op een afbeeldingen met een moods, geven de spelers die stemming weer. Een andere deelnemer van de moods-groep klikt dan bij het Scratch-programma op de bijbehorende mood. Het is mogelijk beide acties te combineren door, als je op een afbeelding met moods gaat staan, zelf op je telefoon op de bijbehorende mood binnen het Scratch-programma aan te klikken.

Toon-
soort
Blues of JazzBlues tempo Maat-soort Link naar Scratch-programma met de moods en de metronoom Link naar pagina met alle informatie over dit nummer.
Eb/D# Blues ¼=194 4/4 16 Scratch 16 By the waters of Babylon
A Blues ¼=160 4/4 10 Scratch 10 Nobody knows the trouble I’ve seen
B Blues ¼=144 4/4 24 Scratch 24 Summertime

Als je klikt op de metronoom valt het aspect toonsoort weg en kan iedereen die als eerste start een bijpassend ritme spelen of een zelfgekozen toonsoort of toonladder gebruiken. De spelers die zich daarna aansluiten houden met die toonsoort en toonladder rekening.

Voordat je op een afbeelding gaat staan, laat je de andere leden van je eigen ‘moodsgroep’ weten wat je gaat doen. Dat doe je op de volgende manier: Stel er klinkt al de mood droevig en je wilt dat laten veranderen in de mood energiek (hectisch): Voordat je iets doet, laat je eerst aan de andere leden van jouw moods-groep twee vingers zien en daarna vier (dat betekent voor de andere leden van de moodsgroep: we horen nu droevig, ik ga daar energiek/hectisch van maken!). De andere leden van jouw groep kunnen dan goed het effect van jouw actie bestuderen. Als jij op de gekozen moods-afbeelding gaat staan, is het hun taak om bij het Scratch-programma op de bijbehorende mood te klikken.

n.b. Het Scratch-programma is zo ingesteld dat de twee geluidsbestanden wisselen met een zogenaamde cross fade.

In het eerste half uur kunnen zowel studenten van de gebarengroep als studenten van de moods-groep de muziek beïnvloeden met gebaren. Tip: Twee aanwijzingen op hetzelfde moment geven verwarring. Voorkom verwarring door de aanwijzingen na elkaar te geven.

In het tweede half uur combineert één dirigent het staan op moods-afbeeldingen met het geven van aanwijzingen door gebaren. Als in het tweede half uur een dirigent op een moods-afbeelding gaat staan, reageert iemand van de moods-groep door binnen het Scratch-programma dezelfde mood aan te klikken

Met deze opdracht maak je kennis het beïnvloeden van muziek met afbeeldingen van moods en maak je kennis met  4Moods-Scratch-programma’s. De Scratch-programma’s zijn open source. Als je een kopie maakt van een Scratch-programma kun je dat programma daarna op eigen manier vormgeven.

5.2 Info voor studenten die Gebaren kiezen

Als je hieronder bij de series gebaren klikt op een afbeelding van een gebaar, opent een pagina met uitleg over dit gebaar.

Tip: Beperk je tijdens deze workshop tot de hieronder beschreven gebaren. Geef aanwijzingen als je merkt dat er weinig verandert. Als er veel verandert, wacht je even tot iedereen zijn draai weer heeft gevonden.

De dynamiek verandert vanzelf als iemand van de moods-groep vraagt om een andere mood door op een afbeelding te gaan staan. Het is daarom niet nodig om tijdens deze workshop via gebaren dynamiekaanwijzingen te geven (harder zachter). Je kunt het volume overigens ook beïnvloeden, door meer of minder personen tegelijk te laten spelen.

De Conductors Band heeft een aantal jaar geëxperimenteerd met gebaren. De overige gebaren graag bewaren voor volgende bijeenkomsten. Hoe minder gebaren we deze workshop gebruiken, hoe minder verwarring.

Gebruik naar keuze een van de volgende series gebaren:

Serie 1
Selecteer 1 speler Start  (De speler bepaalt zelf wat hij of zij gaat spelen)
Serie 2
Selecteer een deel van de groep Starten (Iedereen bepaalt zelf wat hij of zij gaat spelen).

Als er nog geen muziek klinkt, bepalen de spelers onderling op het gevoel wat er gaat komen.

Serie 3
Selecteer Iedereen Starten (Iedereen bepaalt zelf wat hij of zij gaat spelen).

Als er nog geen muziek klinkt, bepalen de spelers onderling op het gevoel wat er gaat komen.

Serie 4

Iedereen is al aan het spelen

 
Selecteer 1 speler Vraag deze om door te gaan (om niet te stoppen) Selecteer Iedereen Vraag iedereen te stoppen.

Met deze opdracht zorg je ervoor dat er minder mensen spelen én zorg je ervoor dat de muziek toch doorgaat. Dat heeft een dynamisch effect! één speler maakt minder geluid dan veel spelers samen. Variatie: Met het ‘selecteer een deel’ gebaar, vraag je een deel van de groep om door te gaan. Dat heeft dan iets weg van een Concerto Grosso uit de Barok (afwisseling tussen een kleine en een grote groep muzikanten).

Serie 5

Bij deze serie gaan we ervan uit dat er al één persoon speelt.

Selecteer alle spelers Vraag iedereen hetzelfde te doen als.. (wijs als  dirigent naar degene die nu speelt)

..degene die al speelt.

Starten

Nu richt je je tot de groep. Zij starten nu met het imiteren van de door jou aangewezen persoon).

Iedereen doet nu hetzelfde. Variatie hierop: selecteer niet alle spelers maar slechts deel van de spelers. Met de overige spelers doe je dan bijvoorbeeld serie 6.

Serie 6

Er speelt één persoon

(Herhaal een muzikaal patroon)
Selecteer 1 speler Vraag deze om door te gaan met wat hij of zij speelt. Selecteer alle spelers Doe hetzelfde ..als wat ik doe….

(De afspraak bij dit = teken is dat  iedereen jou direct, zonder te wachten na doet zo gauw je zelf begint met iets voordoen.)

Als het je bevalt, vraag ze dan door te gaan, dan kun jij weer iets anders aangeven.

Er klinken nu twee partijen tegelijkertijd. De oorspronkelijke speler + alle anderen die blijven herhalen wat jij hebt voorgedaan.

Combineren van de bovenstaande series:

Serie 3: Je hebt net iedereen aan het werk gezet en iedereen zoekt naar een manier van spelen die goed bij elkaar past. Dat kan mislukken! Stel dat het resultaat van jouw opdracht rommelig klinkt, maar je ziet één persoon die overtuigend muziek maakt, dan vraag je met serie 4 alleen deze persoon door te gaan…

Serie 4: Na die serie speelt alleen nog degene die goed bezig is. Vervolgens vraag je met serie 5  iedereen die ene speler te imiteren…

Serie 5: Nu imiteert iedereen de persoon die als enige doorspeelde.  Nu is iedereen goed bezig!
(Zie ook de variatie die staat beschreven onder serie 5)

Via deze opdracht maken jullie kennis met de rol van dirigent, eerst als duo met een andere dirigent die moods aangeeft. Daarna als dirigent die aanwijzingen geeft met zowel moods als met gebaren. Ook maken jullie kennis met het democratische principe achter de Conductors Band waarbij het de bedoeling is dat iedereen deelneemt aan het proces en afwisselend leidt en volgt.

5.3 Info voor studenten die in de band spelen

Kies een van deze drie onderstaande nummers en geef jullie keuze door aan de moods-groep.

De Moods-groep start het door jullie gekozen nummer met het bijbehorende Scratch-programma. Dat programma speelt wav bestanden af en die functioneren als begeleiding van de blues in een bepaalde stemming.

Hieronder rechts staat alles wat je als bandlid voor deze workshop hebt : akkoordenschema + toonladders om op te improviseren.

Hieronder links staat extra info over de nummers:  links naar de bij deze nummers horende moods binnen het Scratchprogramma’s en de links naar pagina met meer informatie over het betreffende nummer.

Akkoordenschema

Eb Ab Eb Eb
Ab Ab Eb Eb
Bb Ab Eb Eb

Toonladders om op te improviseren

Eb, (F), Gb, G, Bb, C (majeur)
Eb, Gb, Ab, (A), Bb, Db (mineur)

Akkoordenschema

A D A A
D D A A
E D A A

Toonladders om op te improviseren

A, (B), C, C#, E, F# (majeur)
A, C, D, (D#), E, G (mineur)

Akkoordenschema

B E B B
E E B B
F#E B B

Toonladders om op te improviseren

B, (C#), D, D#, F#, G# (majeur)
B, D, E, (F), F#,  A (mineur)

Wanneer je tijd hebt:

Maak samen één nieuw nummer dat je als band in vier moods kunt uitvoeren. N.B. Het akkoordenschema bepalen jullie zelf (Bluesschema of een ander akkoordenschema). Dan kun je wat we nu doen met Scratch-programma’s ook live doen zonder technische hulpmiddelen.

Maak per nummer voor jezelf een overzicht van op welke manier je bij de verschillende moods gaat spelen. Het verdient aanbeveling deze aanwijzingen bij de hand te hebben als je gaat improviseren. Dan kun je je aandacht volledig richten op de instructies van de dirigent.

Als bandlid stap je in de rol van begeleider/solist/arrangeur/componist/maker van bladmuziek.

5.4 Info voor studenten die met Samples gaan werken

Zorg voor een laptop of een iPad met toetsenbord die is aangesloten op een versterker (met een snoertje of met bluetooth)

afbeelding 7 – link naar programma Paddenstoel van Rapucation (Scratch)

Als een dirigent jou vraagt te starten, laat je samples horen in een jou gewenste volgorde.

Afbeelding 8 – Overzicht cijfer/letter naar sample bij het programma Paddenstoel.

Wanneer je tijd hebt:

Zoek zelf samples en onderzoek andere apparaten waarop je die samples kunt afspelen. Maak een account aan bij Scratch, kopieer het bovenstaande Scratch-programma, open de code en pas wijzig een aantal samples. Sla het programma op onder een nieuwe naam en deel het programma.

Jullie maken hiermee kennis met aspecten van de rol van DJ en met de rol van  programmeur van een open source sampleprogramma.

Johan ’t HartAls docent muziek zocht Johan naar manieren om met zijn leerlingen te improviseren. Hij ontdekte dat in de maat spelen niet voor iedereen vanzelfsprekend is en werkte daarom lange tijd aan ritmeoefeningen (Zie app In tempo).

Ritme is slechts één aspect van muziek. Er zijn andere muzikale middelen zoals toonsoorten, toonladders, tempo, akkoordenschema’s, DJ-vaardigheden en emoties (moods). Pas na jaren lesgeven ontdekte hij dat volgen en leiden ook een muzikaal middel is. Hoe geef je al die vakkennis in je lessen een plaats?

Johan geeft binnenkort een workshop aan de studenten van de opleiding Docent Muziek in Groningen. Bij deze workshop geeft hij de eerder genoemde muzikale middelen een plaats in vier opdrachten. Hij presenteert deze workshop aan de studenten als een model voor een muziekles.